‘Ik denk dat een succesvol compromis valt of staat bij het gegeven dat geen van de partijen door een morele bodem zakt.’
Myrthe Hilkens in de Volkskrant, 21/2/17
De tweede bijeenkomst binnen het programma ‘Gezonde geboortezorg met de dynamische leeragenda’ komt dichtbij, en daarin bouwen we verder uit wat tot nu toe bereikt is. Belangrijk resultaat van de eerste sessie was het helder krijgen van leervragen en het stellen van prioriteiten. In die leervragen voeren twee thema’s duidelijk de boventoon: enerzijds de positie van het VSV binnen het grotere geheel en anderzijds het creëren van draagvlak bij de achterban en van eenheid binnen het VSV. Omdat het tweede punt voor iedereen een ‘issue’ is, werd hierop het meest ingezoomd. Geconcludeerd werd dat in het verbeteren van de informatievoorziening naar de achterban in alle VSV’s veel winst te behalen is. Die verbetering moet zich richten op:
- de inhoud: het goed afstemmen van de inhoud op de behoeften en interesses van de doelgroep
- de vorm: het kiezen van een communicatiemiddel dat goed aansluit bij de doelgroep
We zijn heel benieuwd naar de acties die hierop zijn ondernomen binnen de deelnemende VSV’s. En naar de opbrengst daarvan. Is het gelukt om de plannen in de praktijk te brengen? Had dat het gewenste effect? Waren er knelpunten?
Voorwaarde voor het brengen van heldere boodschap naar de achterban is dat er binnen het VSV een eenduidige boodschap ís. Wat opvalt in ons onderzoek onder VSV’s, is dat het juist daar nog vaak aan ontbreekt. De achterban kan verdeeld zijn, maar de boodschap zelf is vaak ook nog verre van uitgekristalliseerd. Lang niet ieder VSV heeft een visie op papier staan, en ook wanneer dat wel het geval is laat die vaak (te) veel ruimte voor interpretatie. Natuurlijk, wie kan het oneens zijn met veel gebezigde begrippen als ‘cliëntgerichte zorg’ en ‘respect’ en ‘veiligheid’? Maar pas wanneer concreet gemaakt wordt hoe hieraan in de praktijk invulling wordt gegeven, en hoe taken en verantwoordelijkheden tussen de betrokken zorgverleners verdeeld worden, krijgen ze echt betekenis. Dat is precies het punt waarop het lastig wordt, want dan gaat het al snel over invloed. En over geld.
Polderen zit Nederlanders in het bloed, en daarmee is veel bereikt. Toch is het niet altijd een werkbare oplossing. Wordt er met ieders instemming een compromis gevonden? Prachtig. Wordt er een compromis gesloten waar niemand echt gelukkig mee is? Geen goed idee. De bereidheid om zo’n besluit in de praktijk na te leven is klein en verdeeldheid en wanorde liggen dan op de loer. En dat is wel het laatste wat je wilt, in het bijzonder in de geboortezorg, waar het soms gaat tussen leven en dood, en áltijd om een ‘once (of, vooruit, ‘twice’, of misschien ‘thrice’) in a lifetime experience.’ En zorgverleners samen het verschil kunnen maken.
Besluitvorming is vaak lastig en een belangrijke beperking van het ‘meeste stemmen gelden’-principe is dat het kan leiden tot besluiten die door een aanzienlijk aantal betrokkenen niet gedragen worden, met alle gevolgen van dien. Er zijn natuurlijk meerdere manieren om besluiten te nemen. Enkele verloskundige samenwerkingsverbanden hebben inmiddels goede ervaringen met de sociocratische methode. Niet het consensus- maar het consentbeginsel vormt hier de basis voor besluitvorming. Een besluit kan dan alleen genomen worden als alle partijen consent geven, wat inhoudt dat zij geen overwegend bezwaar hebben en er dus bij niemand grenzen overschreden worden. Interessant? Op de pagina ‘Overleg en besluitvorming VSV’ vind je hierover meer informatie.