Wat is een dynamische leeragenda?

Binnen Reflexieve Monitoring in Actie kunnen verschillende instrumenten gehanteerd worden om het proces in goede banen te leiden. Welke daaruit gekozen wordt, of worden, is afhankelijk van de uitgangssituatie en de doelen die worden nagestreefd. In het onderzoek Noordwest Nederland Op Eén Lijn was de dynamische leeragenda de meest geschikte manier om het reflectieproces met de VSV’s vorm te geven[1]. Aan de hand hiervan kon met de VSV’s op gestructureerde manier gewerkt worden aan zelfreflectie, visievorming en het formuleren van concrete acties.

Wat is een dynamische leeragenda?

‘De dynamische leeragenda is een instrument dat systeeminnovatieprojecten helpt om lange termijndoelen te verbinden aan concrete handelingsperspectieven, door de uitdagingen die zich voordoen te formuleren, vast te leggen en bij te houden.’[2]

Een dynamische leeragenda (DLA) is een concreet en kort ‘werkdocument’. Hij bestaat uit een reeks ‘leervragen’ die leven bij, en geformuleerd zijn door, de mensen die betrokken zijn bij het project dat systeemverandering beoogt. Die leervragen verwoorden de uitdagingen die op dát moment in het project spelen. Het formuleren van die leervragen kan door groepsleden individueel gedaan worden, maar ook door een aantal mensen gezamenlijk. Wat de voorkeur heeft is weer vooral afhankelijk van het doel van het proces.

De DLA is dynamisch omdat deze verandert in de loopt van een project. Om de ontwikkeling goed te kunnen volgen is het praktisch om de leervragen een nummer of letter te geven. Dat betekent niet dat er een hiërarchie is; iedere vraag is in principe even belangrijk.

De DLA geeft de ontwikkeling van een dynamische leeragenda gedurende een langere periode weer. De agenda aan de linkerkant is de eerste die in een project tot stand is gekomen, verder naar rechts staan de volgende versies, die in latere fasen worden gevormd. Iedere leervraag op de dynamische leeragenda heeft een letter gekregen. In de afbeelding is te zien dat deze letters gaandeweg veranderen. Dit komt doordat gedurende de looptijd een project de leervragen die centraal staan zélf ook veranderen.

Ten eerste kan het zijn dat een leervraag tijdens het proces opgelost wordt, en daarom niet langer op de agenda hoeft te staan. Door de acties die zijn ondernomen zijn de barrières weggenomen en is het doel bereikt. Dit is het geval bij vraag B, die op de tweede agenda niet meer voorkomt. Ten tweede kan gaandeweg blijken dat een vraag wel raakt aan het juiste onderwerp, maar in eerste instantie niet helemaal goed geformuleerd is. Een voorbeeld hiervan is vraag C, die daarom op de tweede agenda schuin gedrukt staat; nog wel op de agenda dus, maar in aangepaste vorm. Ten derde kunnen in een later stadium in een proces geheel nieuwe leervragen ontstaan. Dit is in de afbeelding te zien aan de nieuwe letters (en dus leervragen) die op de tweede, derde en vierde versie van de dynamische leeragenda verschijnen.

De veranderende samenstelling van de agenda geeft zodoende dus ook de ontwikkeling van het project zelf weer. Als leervragen lang op de agenda blijven staan maakt dit bijvoorbeeld expliciet dat het gaat om een lastige uitdaging, waarvan de barrières moeilijk weg te nemen zijn. Daarbij is het voor de deelnemers zelf handig om de ontwikkelingen in het project op een gestructureerde manier te kunnen volgen. Ook kan de dynamische leeragenda, en de ontwikkeling daarvan, ondersteuning bieden wanneer er (bijvoorbeeld door de projectleider) gerapporteerd moet worden over de voortgang van een project. Bovendien vergemakkelijkt werken met de dynamische leeragenda het delen van ervaringen met anderen.

<- terug naar inhoudsopgave

Voetnoten

[1] Van Mierlo et al., 2010, p. 63

[2] Een gedetailleerde, schematische weergave van projectkenmerken en welk instrument binnen RMA daarbij het best aansluit, is te vinden in: Van Mierlo et al., 2010, p.44.