Vergezicht

vergezicht_saint-exupery

Onlangs vond de eerste bijeenkomst binnen het programma ‘Gezonde geboortezorg met de dynamische leeragenda’ plaats. Met de R in de maand en een overweldigend aanbod aan bijeenkomsten dat de geboortezorg overspoelt, was het aantal deelnemers minder dan waarop was ingezet. Niettemin was het een mooie groep; groot genoeg om divers te zijn en klein genoeg om gezamenlijk in gesprek te gaan en ideeën en ervaringen uit te wisselen.

Doel van de bijeenkomst was het helder krijgen en prioriteren van doelen om als VSV aan te werken, evenals de belemmeringen die daarbij komen kijken. Om deze vervolgens stapsgewijs te vertalen naar concrete acties. Opvallend was dat, hoewel de verschillende VSV’s hier in eerste instantie onafhankelijk van elkaar aan werkten, gedurende sessie toch steeds duidelijker werd dat er een grote gemene deler was: de relatie met de achterban en de worsteling met het creëren van eenheid binnen het VSV. Wel was regionale diversiteit terug te zien in variaties in de achterliggende problematiek. Waar het ene VSV zo groot is dat dit een belemmering vormt voor het onderhouden van (voldoende) intensief contact en overleg, ervaart het andere VSV juist de beperkende werking van een klein VSV; je kunt elkaar ook té goed kennen. Een interessant gegeven, en niet uniek voor de geboortezorg. Zo concludeert Ward Ooms in zijn proefschrift[*] op basis van onderzoek in heel andere sectoren dat het hebben van een persoonlijke ‘klik’ essentieel is voor goede samenwerking, maar dat te sterke persoonlijke nabijheid juist nadelig kan uitpakken.

En daar moet je het dan mee doen… Het concreet maken van mooie ambities is al geen sinecure en dilemma’s als dit maken het er niet eenvoudiger op. De praktijk is dus misschien minder poëtisch dan De Saint-Exupéry hem schetst, maar dat neemt niet weg dat het belang van het gezamenlijk najagen van een stip aan de horizon wel algemeen erkend wordt. En daar lijkt het nu nog vaak aan te ontbreken. In de bijeenkomst werd dan ook verzucht dat veel zorgverleners onvoldoende besef hebben van het nut en de noodzaak van het VSV. Toch lukte het om frustratie over het ervaren gebrek aan eenheid te vertalen in concrete plannen om hier iets aan te doen. Zo ging een VSV naar huis met het plan gezamenlijke consulten te gaan organiseren, hierin aangemoedigd door een ander VSV dat daarmee al goede ervaringen heeft. En gezamenlijk werd geconcludeerd dat overal wel winst te behalen valt op het vlak van het informeren –en daarmee betrekken- van de achterban.

Is dat eenvoudig aan te pakken? Nee. Een deel van de informatie die gedeeld moet worden is gewoonweg droog en zakelijk. Bovendien gaat het niet om een uniforme groep, maar om een die is samengesteld uit verschillende subgroepen, ieder met hun eigen achtergrond, voorkeuren en communicatiestijl, en verschillende middelen die daarbij aanspreken en geschikt zijn. Praktische tips die werden uitgewisseld waren: verpak de boodschap leuker, ludieker; Facebook lijkt beter te werken dan een nieuwsbrief; op bestuursniveau zijn er goede ervaringen met Whatsapp; wissel “saaie” noodzakelijke informatie af met leuke weetjes; of juist: hou het kort. Kortom: er zijn geen standaard oplossingen en een gedegen aanpak vraagt om differentiatie, continue aandacht en bijsturing. En dus om tijd. Dat noodzaakt op zijn beurt tot een goede verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Ons valt op dat vaak gepoogd wordt taken zoveel mogelijk bínnen de VSV-besturen te beleggen. En hoewel het op het eerste gezicht misschien handig lijkt om alles te concentreren op het niveau waar ook de besluiten genomen worden; in de praktijk kan dit alsmaar uitdijende pakket ook juist tot stagnatie leiden. Immers, als het simpelweg te veel is, blijven dingen alsnog liggen. Het (ver)delen van taken en verantwoordelijkheden binnen het gehele VSV kan ieders betrokkenheid en motivatie ook bevorderen. Vertrouwen en verantwoordelijkheid zijn producten van interactie; geven en nemen gaan hand in hand.

Is het probleem hiermee van tafel? Nee. Maar met de gemaakte plannen en gedeelde ideeën en adviezen worden weer nieuwe stappen in de goede richting gezet. En dat is de enige manier om er te komen: verlangend naar de zee bedenken welke materialen je nodig hebt om je boot te bouwen.

[*] Ooms, W. (2016). Innovation through collaboration: challenging the assumptions. Open Universiteit.